Om 08.00 word ik wakker van harde muziek die in het hostel waarin ik slaap wordt afgespeeld. Blijkbaar worden langslapers hier niet gewaardeerd in Riobamba. Ik sta op en ga wat inkopen doen op straat. Vandaag maak ik een dagtrip naar de (slapende) vulkaan Chimborazo waar ik op flinke hoogte een stuk wil gaan lopen. De vulkaan is met zijn 6300 meter de hoogste berg van Ecuador. Volgens mijn reisgids is de top van de vulkaan zelfs het verst verwijderde punt vanaf het middelpunt van onze planeet en daarmee dus eigenlijk de hoogste berg (dat heeft te maken met de extra bolling van de aarde rond de evenaar, onze planeet is dus eigenlijk niet exact een bol), maar blijkbaar wordt er officieel voor het bepalen van de hoogte van een berg ten opzichte van zeeniveau gemeten.

Om de dag te overleven koop ik 4 broodjes met kaas, 2 bananen, 2 liter water en een flesje limejuice. Later in de bus, op weg naar de vulkaan, koop ik ook nog 3 repen chocola van een busverkoper. Busverkopers zijn hier in Ecuador overigens zeer talrijk, elke busrit ben je verzekerd van ten minste 5 verschillende verkopers die onderweg aan boord springen en met hun koopwaar een stukje meerijden. Soms delen ze hun koopwaar eerst uit aan iedereen in de bus, zodat het goed onder de loep genomen kan worden voordat er wordt overgegaan tot aanschaf (zelfs mijn repen chocola mocht ik op voorhand onderzoeken op mankementen). Soms lopen de verkopers alleen door het gangpad, terwijl ze hele verhalen afsteken over waarom bijvoorbeeld hun zakje chips het beste is. Ik kan helaas niet alles verstaan van wat ze zeggen, daarvoor gaat het (veel) te snel, maar als ik op hun fanatisme af ga, dan heb ik na het eten van één chipje al het eeuwige leven. Ik heb overigens al veel gekkere dingen gezien dan chips en chocola; drinken, noten, gedroogde bananen, suikerriet, warme mais met kip, friet, ijsjes, bijzondere stenen, eucalyptuscréme, usb-sticks, CD’s en zelfs ringen en armbanden werden me aangeboden. God weet wat me nog meer te wachten staat komende tijd. Het is echter wel steeds een vermakelijk tafareel en stiekem ook best handig, vooral tijdens lange busritten. Hier in Ecuador geldt in elk geval één belangrijke regel: Waar veel mensen zijn is eten. Je hoeft dus eigenlijk nooit van tevoren te bedenken waar je wat gaat eten, tenzij je een afgelegen gebied intrekt, zoals ik vandaag.

Op 4300 meter hoogte stopt de bus bovenaan een pas. Tot op dat moment zat ik lekker op mijn stoel in de warme bus van de mooie omgeving te genieten, waarbij ik mijn eerste wilde alpaca’s spot (een soort lama’s, helaas geen fotografisch bewijs aangezien het lastig fotograferen is vanuit de bus) en vulkaan Chimborazo vanuit het dal zie. Wanneer ik de bus uitstap waait mijn rugzak echter onverwacht bijna van mijn rug af en voordat ik goed en wel in de gaten heb in wat voor winderig niemandsland ik ben terechtgekomen is de bus alweer vertrokken. Daar sta je dan, op 4300 meter hoogte met je rugzakje in windkracht 6.

Het niemandsland waarin ik uitkwam op 4300 meter hoogte

Gelukkig is de entree van het nationale park waar de berg toe behoort in zicht en op loopafstand. Na registratie en de aanschaf van alpaca-handschoenen en een wollen muts (beiden gemaakt en verkocht door een schattig Ecuadoriaans vrouwtje in traditionele kleding), vertrek ik alleen richting “refuge 1” de eerste van de twee berghutten die ervaren klimmers gebruiken om de top van de vulkaan te bereiken. De refuge bevindt zich op 8 kilometer afstand van de entree (waar ik start) en ligt op een hoogte van 4800 meter. Ervaren als ik ben met hoogteziekte (zie Nepal – Dag 6, 7 en 8 ) doe ik het heel rustig aan vandaag. De omstandigheden zijn alles behalve goed; De windkracht op de kale bergtop is extreem en een horizontale stroom van zondkorrels zandstraalt mijn lichaam. Ik doe mijn zonnebril op (wat niet veel helpt, hier is een skibril nodig!) en kijk zoveel mogelijk naar de grond, maar dat voorkomt niet dat de zandkorrels mijn zicht steeds verblinden. Daarnaast is het door de extreme wind erg koud, ook al schijnt de zon en lijkt het op de foto’s behoorlijk lekker weer. Op ongeveer 4500 meter hoogte besluit ik lang te pauzeren en daarna om te keren en terug te lopen naar de entree. Niet alleen omdat de weersomstandigheden zo slecht zijn dat de lol eraf is, maar ook omdat ik de vulkaan vanaf dit punt erg goed kan zien en ik niet het idee heb dat het zicht de komende kilometers nog veel beter gaat worden. Daarnaast is het erg vermoeiend om tegen de wind in te lopen op deze hoogte en vind ik het wel mooi geweest voor vandaag. Ik zie het als een mooie oefening voor de Incatrail, waarbij ik vandaag dus de eerste stappen heb gezet boven de 4000 meter (na mijn avontuur in Nepal) en dat ging goed.

De besneeuwde top van de vulkaan

Close-up van de besneeuwde top, 6300 meter hoog en het verst verwijderde punt vanaf het middelpunt van de aarde!

Ik, bijna even groot als de vulkaan

Ik, een heel stuk kleiner dan de vulkaan

De laatste hindernis die ik vandaag moet nemen is vervoer terug vinden naar Riobamba, dat ongeveer 1 uur rijden en 1600 meter lager ligt. Er komt hier op de pas slechts één keer in het uur een bus langs, dus ik wacht geduldig af op een beschutte plek. Wanneer de bus voorbij rijdt stopt hij niet, ondanks de vele zwaaibewegingen die ik maak. Waarschijnlijk zit hij vol, dat gebeurt wel vaker en dan rijden ze gewoon door. Helaas moet ik nu dus wel weer een uur wachten op de volgende bus. Ik ga terug naar de entree van het nationale park en neem plaats op het enige bankje dat er is, naast het vrouwtje dat me de handschoenen en muts heeft verkocht. We raken aan de praat (in gebrekkig Spaans) en uiteindelijk wil ze zelfs met me op de foto! Misschien dus toch niet zo jammer dat de bus aan me voorbij reed.

Op de foto samen met het brei-vrouwtje

Wanneer ik op de volgende bus sta te wachten zijn er meer mensen die mee naar het dal willen en nog voordat de bus er is komt er een taxi langs die mensen komt afleveren op de top. Voor slechts 2 dollar per persoon neemt hij ons mee naar beneden, wat een geluk! Ik ben blij wanneer ik weer beneden ben bij het hostel, in de herkenbare stank van uitlaatgassen bij het drukke busstation. Toch wel fijn dat het wiel is uitgevonden!

2 Thoughts on “Dag 38: Vulkaan Chimborazo

  1. Jos on 01/09/2012 at 18:25 said:

    Weer geweldige ervaringen die je ons beschrijft. De douche ziet er uit als of je Geelectroculeerd kan worden. Misschien maar rubber laarzen dragen als je eronder staat. Wij vermaken ons intussen prima in Engeland. Misschien niet zo spannend en avontuurlijk maar we beleven genoeg met z’n tweeën. Hebben vandaag o.a. Robin Hoods ‘Oak tree’ bezocht.

  2. Natalie on 03/09/2012 at 15:19 said:

    Heerlijk die beschrijvingen van jouw foto’s
    “Ik, een heel stuk kleiner dan de vulkaan” 😉
    Maar erg mooie foto’s en daar gaat het natuurlijk om!
    xx

Post Navigation