In eerste instantie had ik gepland om 2 nachten in Piura te blijven om wat van de omgeving te zien, maar na een nachtje slapen vind ik het eerlijk gezegd alweer tijd om deze onaantrekkelijke omgeving achter me te laten. Ik heb in mijn reisgids gelezen dat er in de buurt van Trujillo (mijn volgende halte) een klein plaatsje aan de kust bestaat waar het goed vertoeven is, het plaatsje genaamd Huanchaco. Zoals ik al een beetje heb laten doorschemeren in mijn vorige verhalen ben ik geen fan van grote, onoverzichtelijk en onveilige zuid-amerikaanse steden, helemaal niet wanneer ik alleen ben en als een soort van wandelende schietschijf voor zakkenrollers met mijn toeristische tassen door de drukke straten loop. Ik kom liever aan in kleine dorpjes met beloopbare afstanden, waar iedereen elkaar kent en mensen rustig op de hoek van de straat zitten en om zich heen kijken, wachtend op een bolletje tumbleweed of een andere activiteit die het ritme van de dag doorbreekt. Zo’n dorpje is Huanchaco, dat heb ik meteen in de gaten wanneer ik er arriveer.
Maar voordat ik verder vertel over dit relaxte dorpje aan de Peruaanse kust moet ik nog even vertellen hoe ik hier precies ben gekomen, want dat is toch wel de moeite van het vertellen waard. De bus die ik van Piura naar Trujillo nam was namelijk een wereld van verschil met wat ik in Ecuador gewend was. De beste manier om mijn 7 uur durende reis te omschrijven is door een vergelijking te maken met het reizen per vliegtuig. De 30 nueve soles (hierna sol genoemd) die ik betaalde voor mijn busticket (ongeveer 10 euro) waren goed voor brede zachte stoelen met veel beenruimte, 1 warme maaltijd en een broodje, 2 films en 3 keer drinken aan boord. Daarnaast was er een tiolet aanwezig waardoor de bus 7 uur lang nergens hoefde te stoppen, ook niet voor mensen die halverwege in wilde stappen (er werden overigens wel verwoede pogingen gedaan door mensen langs de weg). Het was echt een vliegtuig op wielen, maar dan met veel ruimere en comfortabelere stoelen. Ik was dan ook blij verrast toen ik mijn maaltijd voorgeschoteld kreeg, want ik wist niet dat ik die zou krijgen en voelde net een vaag gevoel van honger opkomen toen de “stewardess” (?) me het warme cadeau kwam aanreiken. Ook het “inchecken” in Piura was behoorlijk serieus. Er was een balie waar ik mijn rugzak moest afgeven, die werd vervolgens gelabeld en later door medewerkers in het ruim van de bus geplaatst. Daarnaast bevond de bus zich op een afgesloten binnenplaats die we voor het instappen alleen konden bereiken per douanepoortje en na het afgeven van een vingerafdruk (jawel, met blauwe inkt op een vel papier met alle plaatsen in de bus en een hokje daaronder met wie waar zit). Zoiets heb ik werkelijk nog nooit meegemaakt, maar het geeft wel een enorm gevoel van veiligheid. Ook een mooi moment wanneer de enorme poorten van het busstation openzwaaien en de grote, dubbellaagse toeringcar zijn bunker verlaat en het ruwe, onveilige straatleven induikt. Tussen de oude afgetrapte tuktuks en de toeterende taxi’s probeert dit enorme, gloednieuwe monster (later hoor ik dat de hele busmaatschappij pas net bestaat) zijn weg te vinden zonder krassen te maken. De beste busrit die ik ooit heb gemaakt dus, wellicht dat ik probeer om deze busmaatschappij (ITTSA) vaker te gebruiken al heb ik gehoord dat ik geluk heb gehad met de lage prijs, die normaal veel hoger is.
Het landschap tussen Piura en Trujillo transformeerde overigens tijdens mijn busrit van redelijk begroeid en bewoond naar hete woestijn. Het is me inmiddels duidelijk dat Peru een heel stuk droger is dan Ecuador (aan de westkant van de Andes welteverstaan). Het woenstijnlandschap geeft dan ook meteen een heel andere sfeer en beleving van de wereld waarin ik me begeef; Die van cowboys en indianen. Het verbaast me dat er nog zoveel mensen leven in dit droge en dorre gebied waar niks lijkt te groeien. Net voordat ik Trujillo nader zie ik ook de eerste onbegroeide Peruaanse rotspartijen in de verte, ze vormen een mooi décor in de vlakke woestijn.
Ik kom aan in Trujillo en loop op aanwijzing van medewerkers van de geweldige busmaatschappij richting een grote rotonde, waar ik wacht op een busje met een bordje Huanchaco voor het raam. Ik zwaai een paar keer naar overvolle bussen die de goede kant opgaan (je ziet pas te laat of de bussen wel of niet vol zitten, en dan stoppen ze niet) en na 5 minuten heb ik al een halflege bus die de juiste kant op gaat. De busrit van Trujillo naar Huanchaco is vrij kort (20 min) en geschiedt per lokale bus (slechts 1,50 sol, omgerekend 0,50 eurocent). Een stuk minder comfortabel dan mijn vorige busrit, maar het heeft veel meer charme. Tussen de locals zit ik bepakt en bezakt met mij backpack op het krakkemikkige stoeltje, terwijl ik wacht op het moment dat het busmannetje zegt dat ik eruit moet. Hopelijk vergeet hij het niet, want ik zou niet weten wanneer we arriveren in het centrum van Huanchaco.
Niet veel later sta ik voor het My Friend surfers hospedaje (een soort hostel) en krijg een gedeelde kamer voor slechts 10 sol (ongeveer 3,50 euro, zeer goedkoop dus). Er zijn 5 bedden op mijn gedeelde slaapkamer, maar ik ben de enige die er gebruik van maakt en ik heb dus een balzaal voor weinig geld. Het is heerlijk om hier, na de redelijk strakke reisplanning van afgelopen week, te arriveren met de gedachte dat ik minstens 3 dagen zal blijven. Er is zon, zee en strand, dus ik ga me zeker vermaken.
Op mijn eerste dag in Huanchaco wordt ik laat wakker en doe ik de rest van de dag niet veel meer dan op het strand zitten, chatten met Renee en een keer het dorpje rondlopen, om te zien waar ik nu eigenlijk ben uitgekomen. Ik zie surfers, grote pelikanen en autentieke boten van riet, die de bevolking hier vroeger gebruikte om mee te vissen (en nog steeds zo blijkt uit mijn observaties). Hoewel Huanchaco volgens mijn reisgids behoorlijk toeristisch is, is daar op straat gelukkig niet veel van te merken. Er zijn wel meer blanke mensen dan in de stad en veel spreken er engels, maar er zijn zo weinig mensen dat het zeker niet storend is. Wellicht begint het echte vakantieseizoen hier pas in oktober. Het is voor mij in elk geval een perfecte omgeving om bij te komen van de busritten en mijn hostel is een goede uitvalsbasis voor een bezoek aan beroemde archeologische trekpleisters, zoals Chan chan en Huaca de la luna. Geen verkeerde keus dus om hierheen te gaan.
Hoi San,
Als je er op uit trekt in de droge gebieden neem altijd genoeg drinken mee. Even flitst nl. de dramatische afloop van de eigenaar van 013 met zijn vriendin (vorig jaar) door mijn hoofd bij het zien van die droge woestijn!
Liefs,
Lia