Even twijfel ik nog of ik misschien wat langer in Huacachina moet blijven (het is hier echt vredig en zonnig), maar uiteindelijk besluit ik toch maar om vandaag nog naar Nasca door te reizen, zoals gepland. Het verblijf in de oase is namelijk net iets duurder dan op andere plaatsen en het mooie weer heb ik in Nasca ook nog wel. Daarnaast is mijn geld echt op en wil ik niet betalen voor een dure taxirit naar Ica alleen om te pinnen. Van mijn reservedollars betaal ik het hostel en met het wisselgeld kan ik net een klein broodje, een taxi naar Ica en de bus naar Nasca betalen. Wanneer ik in Ica aankom wil ik voordat de bus vertrekt eerst nog gaan pinnen en ontbijten, maar hoewel ik in de veronderstelling verkeer dat ik de bus van 13.00 heb geboekt, heb ik een kaartje voor die van 10.35 uur en heb ik nu dus slechts 2 minuten om in te stappen! Dan maar geen ontbijt en geen geld, dat zullen ze in Nasca ook wel hebben en gelukkig duurt de reis slechts 2 uur. Maar ik heb geluk, want in tegenstelling tot andere dagen stapt er nog snel een verkopertje aan boord van mijn bus met sandwiches, een uitkomst dus. Het broodje is droog en de kip die erop zit minimaal, maar het stilt mijn honger.
Onderweg naar Nasca passeren we de woestijn waar de beroemde Nascalijnen liggen, een wereldberoemde archeologische ontdekking van begin 20e eeuw. De Nascalijnen zijn lange lijnen van zand op de grond van de woestijn, die waarschijnlijk gemaakt zijn tussen 400 en 650 na Christus door het volk van de Nasca cultuur. De lijnen werden gevormd door het weghalen van donkerkleurige stenen waardoor de witte, zanderige onderlaag zichtbaar werd. Ze zijn tientallen tot honderden meters lang en vormen naast rechtlijnige geometrische patronen ook figuren, zoals een aap, een condor, een boom, een kikker, een walvis, een albatros en een papegaai. Waarom de lijnen destijds gemaakt zijn is een raadsel, deskundigen denken wellicht om de goden te aanbidden of om aan de hand van de stand van de hemellichamen ten opzichte van de lijnen de tijd te bepalen. Het blijft echter gissen, ook hoe de bewoners het destijds voor elkaar hebben gekregen om de figuren zo precies te maken, zonder ze van bovenaf te kunnen aanschouwen, zoals vandaag de dag met vliegtuigen en satelieten wel gemakkelijk kan. De kans is dus groot dat de makers van deze bijzondere figuren hun eigen creaties zelf niet eens gezien hebben, best raar eigenlijk! Vanuit de bus waarin ik zit is niet veel te zien van de lijnen en figuren, al zie ik wel de uitkijktoren langs de snelweg, waar ik morgen een kijkje zal gaan nemen.
Ik kom aan in Nasca en ga op zoek naar een slaapplek. Ik kom eerst langs Hostel Nasca, waar een bed op een gedeelde slaapkamer maar liefst 20 sol kost (7 euro), en vervolgens bij Hospedaje Brabant, waar ik tevergeefs probeer binnen te komen. De voordeur is gesloten en op de bel wordt niet gereageerd, erg jammer want ik had als ambassadeur van Brabant graag een nachtje of twee doorgebracht in dit Nederlands-Peruaanse onderkomen. Uiteindelijk vind ik mijn bed in Hotel El Mirador de Nasca, waar ik een privekamer heb voor slechts 15 sol (5 euro). Het loont hier dus echt de moeite om even rond te lopen voordat je ergens gaat slapen. Mijn nieuwe kamer lijkt overigens wel weer verdacht veel op een cel in een gevangenis (er zitten zelfs tralies voor het enige raampje dat er is), maar verder ben ik er erg blij mee, want het is namelijk de eerste keer op mijn hele reis dat ik een heus, werkend nachtlampje heb. Toen ik de kamer voor het eerst binnenkwam moest ik wel even een paar keer met mijn ogen knipperen om te kijken of ik het goed zag en vervolgens ben ik meteen gaan testen of het gedateerde lampje wel echt werkte, maar ik kan met trots melden dat ik een boek heb gelezen voordat ik ging slapen en dat ik vervolgens niet mijn bed uit hoefde om de lamp uit te maken. Tja, je gaat luxe pas waarderen wanneer je het niet meer hebt!
Tijdens mijn verkenning van het dorpje Nasca valt me op dat de nabijheid van de Nascalijnen echt overal gebruikt wordt als aandachtstrekker of decoratie. Ik zie hotelnamen, straatmeubulair, bestrating, bushaltes en zelfs beplanting in de herkenbare figuren uit de woestijn. Een beetje too much als je het mij vraagt, maar neem het ze eens kwalijk. Dit voorheen stoffige dorpje met slechts een paar honderd inwoners is nu uitgegroeid tot flinke plaats die hoofdzakelijk draait op de toeristen die hier hun hotel en vlucht boeken om de lijnen te bekijken. Er wordt hier veel geld verdiend met toerisme en dat is goed te zien, overal waar je kijkt zie je restaurantjes, hotels en touroperators. Toch heeft het centrale plein waaraan mijn hotel ligt ook wel iets gezelligs en zie ik niet overdreven veel toeristen op straat. Mijn oog valt ook nog op een schoenpoetsertje, die veel moeite doet om de leren schoenen van een dikkere man te poetsen. De man is ondertussen rustig zijn krantje aan het lezen en kijkt af en toe eens genietend om zich heen. Toch raar om te zien, ook al weet ik dat het hier de normaalste zaak van de wereld is om je schoenen door een kind te laten poetsen. Ik krijg dan gewoon het idee dat die man zich heel goed voelt en dat hij aan anderen wil laten zien dat hij rijk genoeg is om iemand zijn schoenen te laten poetsen. En misschien is dat ook wel zo, misschien is het wel een symbool van status om hier op straat je leren schoenen te laten poetsen. Het is dat ik geen leren schoenen bij me heb (mijn schoenen zijn van stof en vallen bijna van ellende uit elkaar, poetsen heeft dus geen zin), maar anders zou ik ze eens aantrekken en kijken hoe het voelt om een krantje te lezen terwijl een klein jongetje voor 20 eurocent mijn schoenen weer glimmend maakt. Ik zou me denk ik niet echt op mijn gemak voelen, vooral omdat in Nederland kinderarbeid niet de normale gang van zaken is. Ik zou denk ik medelijden met het jongetje krijgen en hem 10 sol geven voor het stoppen met poetsen van mijn schoenen.
Ik bezoek op mijn tweede dag in Nasca de Nascalijnen, vanuit de uitkijktoren die ik op dag één ben gepasseerd. De rit naar de uitkijktoren is slechts 20 minuten per lokale bus (en maar 2 sol, dus dat weegt wel op tegen een dure taxi) en voert over een eindeloos lange rechte weg, die me erg veel aan de USA doet denken. Ik ben omgeven door stenen, warme donkere stenen, in een groot vlak landschap dat wordt beïndigd door grote donkere bergen in de verte. Wanneer ik uitstap zie ik de uitkijktoren aan de andere kant van de weg en hoor ik het voortdurende gezoem van de vliegtuigjes met toeristen boven me in de lucht. Het wordt me nog even ingewreven dat ik weer voor de goekoopste optie heb gekozen, waarbij ik een stuk minder zie van de lijnen dan ik per vliegtuig zou kunnen. Vanuit de uitkijktoren zijn namelijk slechts drie van de zeker 12 figuren te bewonderen; De kikker, de boom en de hagedis. Ik vind 60 euro voor een rondvluchtje echter te duur en heb het sowieso niet echt op vliegtuigen, dus de keus was voor mij snel gemaakt. Daarnaast wist ik voordat ik op reis ging al dat mijn budget zeer laag zou zijn (20 euro per dag, en dat heb je alleen al bijna nodig voor slapen, noodzakelijk transport en eten) en heb ik toen al tegen mezelf gezegd dat ik ook kan genieten van de kleine dingen en niet per se overal de rijke toerist uit hoeft te hangen. Natuurlijk doe ik af en toe wel excursies, zoals het sandboarden in de woestijn of volgende week Machu Picchu, maar dat zijn echt de hoogtepunten van mijn reis of dingen die relatief goedkoop zijn. Vandaag dus de uitkijktoren voor 2 sol (60 eurocent) in plaats van het vliegtuig.
De figuren die ik vanuit de uitkijktoren zie zijn kleiner en dichterbij dan ik had verwacht. Het grootste figuur is slechts 30 a 40 meter lang en ligt zo’n 20 meter van de snelweg af. Het is echter toch indrukwekkend om hier te zijn en de drie figuren goed te zien liggen. Wel blijft het vreemd dat dit hier al bijna 1500 jaar ligt, want het zou ook gisteren door een stel jongeren gemaakt kunnen zijn, misschien wel als grap. Dat maakt het des te meer bijzonder dat de figuren er nu nog liggen, want er is niet veel nodig om ze binnen een uurtje te laten verdwijnen. Eén van de figuren, de hagedis (nota bene het figuur dat symbool staat voor de periode van het jaar waarin mijn verjaardag is), wordt voor een groot deel doorkruist en dus uitgewist door de Panamericana highway waarover ik gekomen ben. Die is hier destijds dus met iets minder respect aangelegd dan waarmee de lijnen nu worden beschermd, dat blijkt wel weer. In een boekje dat ik te zien krijg is goed zichtbaar dat het dier letterlijk is gehalveerd en dat nu alleen nog de staart en de twee voorpoten over zijn. Dat illustreert maar weer hoe gemakkelijk het is om de geschiedenis uit te wissen en hoe bijzonder het is dat we de overgebleven lijnen nu op deze manier kunnen bezichtigen. Na een half uurtje in de toren (waarschijnlijk een record, iedereen blijft er hoogstens 10 minuten) daal ik weer af naar de snelweg en wacht lange tijd op een bus terug naar Nasca. Dat geeft me wel mooi de tijd om nog even naar de hagedis toe te lopen en te kijken wat ik vanaf straatniveau nou eigenlijk kan zien van die lijnen. Het is dat ik weet waar ik moet kijken (ik zie wel een klein geultje in de lengterichting), maar anders had ik niet in de gaten gehad dat hier iets bijzonders aan de hand is. Toch bewonderenswaardig dat ze die lijnen hier in het begin van de 20e eeuw hebben ontdekt en dat ze er nog steeds zijn. Of zou het allemaal doorgestoken kaart zijn en heeft de pientere burgermeester van het straatarme en zanderige dorpje Nasca in 1911 gewoon het geniale idee gekregen om zijn dorpje op deze manier op de kaart te zetten en zijn inwoners een nieuwe bron van inkomsten te geven??? Niemand die het weet…
Het lijkt er op dat kinderen in een land als Peru al op jonge leeftijd gezien worden als startende ZZP-ers, die als zodanig naar hartelust worden ingezet om het gezinsinkomen wat op te vijzelen. Hun arbeid draagt vermoedelijk bij aan de stabiliteit van een al heel lang bestaand economisch systeem op microniveau en natuurlijk gun je ze elke sol méér dan van harte. Desalniettemin zou ontspannen fun met andere kinderen nergens een voorrecht, maar tot vér in de jeugd overal een grondrecht moeten zijn!
Heel geestig, Sander, hoe je je reis door Zuid-Amerika weet te typeren aan de hand van een schemerlamp, die ook nog eens door een uit bijna middeleeuws aandoende kledij gestoken hand (passend bij de sfeer van een monnikencel) als opvallend curiosum getoond en vervolgens verrassenderwijs daadwerkelijk functionerend als unieke bijzonderheid in beeld wordt gebracht!
Als je het mij zou vragen, vind ik 1500 jaar wilde Indianen, rondgalopperende gaucho’s, woeste stormen en schokkende aardbevingen wel erg lang, geloof tóch dat ík voorzichtig zou gaan voor de theorie van de ‘pientere burgemeester’! Hoewel van veel latere datum lijkt mij de Incatrail van morgen dan ook meer het échtere werk! Veel plezier op deze historische trekking, ben benieuwd naar je ervaringen (én de plaatjes)!
Niet echt de gastvrijheid die je van (hotel) Brabant verwacht he. Hier in Brabant zou dat heel anders gaan. Dan stond de fanfare klaar.
En die nascabewoners: geef ze eens ongelijk ja haha. Zelfs voor dagjestoeristen in de Efteling lijken die nascalijnen nu uitgebuit te worden:
http://farm4.staticflickr.com/3231/2664154185_d247c09f34_b.jpg
Het moet niet gekker worden.
Gaaf verhaal weer sander!
Groeten
Ha Sander,
wat een bezienswaardigheden!
De werkende kinderen is natuurlijk wat minder daar zou ik ook niet vrolijk van worden en ik zou er ook geen gebruik van willen maken!
Heel goed hoe je het financieel allemaal rondbreit. Petje af!
Zo geniet je misschien nog wel meer van alles.
Ik blijf je volgen en geniet mede van al het bijzondere wat ik via jou te zien krijg.
Groetjes Willemien.
Mooi verhaal weer Sander. Wat moet jij je goed voorbereid hebben op je tocht waardoor je al dit moois kan bewonderen. Of misschiend doe je dat onderweg. Maar ook zoals je de gewone, alledaagse belevenisjes aanschouwt en ons daarover verteld omdat ze, vermoed ik, zo van waarde zijn voor jou…. Ik houd daar erg van, zoals je dat doet. En dan ook nog die foto’s waardoor het allemaal nog meer gaat leven. Genieten voor ons.
Wat betreft de schoenpoetsertjes: ik begrijp je dubbele gevoelens daarbij. Alhoewel je het helemaal niet kunt vergelijken met elkaar denk ik nu terug aan vroeger, hoe jullie hier in de buurt ‘heitje voor karwijtje’ gingen doen. Hoe gelukkig jullie waren met weer een heitje!! Gelukkig voor ons hing ons bestaan niet af van jullie ondernemingsgeest.
Het is kermis hier. Vanochtend naar het matinee geweest en het was erg gezellig. Een nieuw onderdeel hiervan is vandaag in het leven geroepen. Een wielerronde rond de toren op rare fietsen waarbij er onderweg bier getapt werd uit de bierpomp, wat dan weer ingeleverd moest worden bij de finish. Degene die het meest ingeleverd had, was winnaar. Nou ja…..! Het was iig druk en het lijkt alsof het kermismatinee weer meer is gaan leven. En dat vind ik mooi.
Dank weer en het ga je goed!
Liefs,
Hanneke