Om 07.45 uur hebben we onze tassen ingepakt en staat het ontbijt klaar. De vrouw des huizes heeft kosten nog moeite gespaard en heerlijke pannenkoeken voor ons gebakken. En die pannenkoeken zijn niet de gebruikelijke dikke, zoete flensjes die we hier overal voorgeschoteld krijgen en die je alleen doorgeslikt krijgt met een flinke kop thee, nee; ze zijn gemaakt volgens Nederlands recept, met melk in plaats van water en van veel beter formaat. Tien jaar geleden was hier namelijk een reiziger uit Nederland, genaamd Mark van de Velde, die voordat hij voor 41 dagen de jungle in trok, de vrouw des huizes heeft verteld hoe ze pannenkoeken moet bakken. En nu zijn haar pannenkoeken de trots van het dorp en vind je ze terug in alle lovende recencies die we lezen. Mark is dus als een soort heilige god verheven door de vrouw des huizes en ze kan er niet over uitgepraat raken. Wij kunnen alleen maar zeggen; “Bedankt voor het lekkere ontbijt Mark!”
Rond 09.00 uur haalt een boomstambootje ons op bij het hotel (dat ligt aan de rivier) en vertrekken we met ongeveer 10 andere toeristen de jungle in. De boottocht die we maken duurt 3 uur en voert stroomopwaards langs een brede gele rivier. Onderweg zien we de indrukwekkende jungle aan de horizon verschijnen en komen we een groep Capibara’s tegen (het grootste levende knaagdiersoort ter wereld), vermoedelijk twee ouders en hun jongen. De grote beesten zitten rustig langs de kant en blijven gewoon zitten wanneer wij voorbij varen, dus we kunnen gemakkelijk een aantal goede foto’s maken. Tijdens de boottocht zien we ook veel grote vogels (gieren) en kleinere vogels (o.a. papagaaien). Doordat het varen redelijk lang duurt krijg ik echt het idee dat we een stuk natuur gaan zien dat erg afgelegen is. Misschien dat de hele busrit om uberhaupt in het afgelegen Rurrenabaque terecht te komen daar ook aan heeft bijgedragen; We zijn hier echt weg van alles en iedereen. We arriveren op een klein strandje langs de kant van de rivier, er zijn geen toeristen, borden of andere boten, alleen een klein paadje dat de dichte begroeïng inloopt, heerlijk! Gezamenlijk lopen we het paadje in en komen 10 minuutjes later aan bij onze thuisbasis voor de komende dagen, een paar hutjes in de jungle van het Nationale park Madidi. Vanuit dit kamp zullen we te voet de jungle in trekken om zoveel mogelijk dieren en planten te zien.
Na een goede lunch bestaande uit rijst, kip en groenten, beginnen we de eerste wandeling die 3 uur zal duren. De groep waarmee we de komende dagen samen zijn bestaat uit 6 personen; Ik, Jeroen, Paulo (Spanje), Manu (Spanje), Marion (Frankrijk) en onze gids Zenón. Op de gids na zijn we allemaal rond de 26 jaar oud en hebben zin om flink wat jungle te verkennen, een goed begin dus. Voordat we aan onze eerste wandeling beginnen legt de gids eerst uit hoe we ons het best door de jungle kunnen verplaatsen; Niet praten, niet sloffen (maar stappen en je voet goed afrollen, zodat je minder geluid maakt) en vooral goed luisteren naar de omgeving. Het lijkt allemaal wat overdreven, maar later zal blijken dat de gids ons prima heeft ingelicht omdat de meest bijzondere dieren bij het minste geluid al op de vlucht slaan. De jungle die we tijdens de wandeling zien voldoet aan het plaatje dat ik heb van een jungle; veel exotische planten, warm, vochtig en een constant gezoem van allerlei insecten. Er zijn echter genoeg paden en het is niet echt nodig om kapmessen te gebruiken, dus het is niet de dichte ongebaanbare jungle die je wel eens op de televisie ziet. Maar dat is maar goed ook, anders zouden we een stuk minder kans maken om dieren te zien.
Tijdens onze eerste wandeling zien we veel dieren, vooral insecten, zoals sprinkhanen, spinnen, mieren, rupsen en vlinders. Onze gids verrast ons ook voor het eerst met zijn geweldige gave om dieren op te sporen en planten te herkennen. Ik kan hem misschien het best omschrijven als een kruising tussen Panoramix en Steve Irwin. Hij brouwt nog net niet zijn eigen toverdranken (daar gaat hij waarschijnlijk volgend jaar mee beginnen), maar hij weet echt voor elke kwaal wel een plant te vinden om verlichting te geven. Daarnaast is hij specialist in het nadoen van welk dier dan ook en kan hij zwijnen horen op ongelooflijke afstanden. We lopen zo stil mogelijk achter hem aan en om de zoveel minuten staat hij even aandachtig stil (wij dus ook) om op het gehoor dieren te vinden. “Het gehoor komt eerst, dan pas het waarnemen”, aldus de gids. En zo lopen we braaf achter hem aan door de jungle. Af en toe snijdt hij een stuk plant of boom af en vertelt hij ons de genezende werking ervan, of hij loopt naar een gigantische boom toe en laat zien hoe je er perfect in kunt schuilen als je de nacht moet doorbrengen in de jungle. Het kan hier in je eentje namelijk best gevaarlijk zijn ‘s nachts, want er lopen weldegelijk puma’s en jaguars rond die je aan kunnen vallen. Het hoogtepunt van de wandeling komt op het moment dat de gids kleine gele doodshoofdaapjes hoort (die we in Nederland ook in de dierentuin hebben). Vanuit het niks wordt hij blij en loopt gedreven een richting op, gevolgd door ons als zijn trouwe aanhangers. Dan blijft hij staan en gaat apengeluiden nadoen. Even denk ik dat hij nu echt gek is geworden, maar dan zie ik allerlei aapjes slingeren in de bomen ver boven ons. Het is wel duidelijk dat we op pad zijn met een echte professional die weet wat hij doet. Het is erg leuk om deze aapjes voor de verandering eens een keer in het wild te zien en niet omsloten door hekken. Ze slingeren vrolijk heen en weer en vallen soms enkele meters naar beneden, om via een volgende boom weer verder te klimmen. Het is erg leuk om ze in de verte te zien, maar ontzettend lastig en frustrerend wanneer je ze wilt fotograferen. Net zoals de meeste andere dieren zitten ze geen moment stil en is de beperkte zoom van mijn camera (3x optisch) lang niet genoeg om alles goed in beeld te krijgen. Na een paar mislukte pogingen geef ik het dan ook maar op, voor goede foto’s in de jungle zal ik ooit terug moeten met beter materiaal.
Na terugkomst in het kamp nemen we een lekkere koude douche (dat was echt hard nodig na die wandeling) en genieten van het avondeten (weer verrukkelijk eten). Om de dag waardig af te sluiten gaan we nog een keer de jungle in, dit keer bewapend met zaklamp omdat het inmiddels donker is geworden. Tijdens onze nachtwandeling zien we andere dieren dan overdag, vooral insecten en reptielen. Zo zien we bij een afgelegen riviertje de ogen van een aligator oplichten in het licht van onze zaklamp en raak ik op de terugweg nog bijna met mijn hoofd een boomslang. Er zijn ook vele spinnen die een web hebben gemaakt, we zien zelfs een web van zeker één meter in diameter. Ongelooflijk dat zulke kleine beestjes zo’n grote constructie kunnen maken in slechts een paar uur. Eenmaal terug in het kamp genieten we nog even van de heldere sterrenhemel (wat enorm veel sterren kun je hier zien) en gaan we moe maar voldaan naar bed. Morgen weer een dag in de jungle, hopelijk met nog meer dieren dan we vandaag al gezien hebben.