Op alweer de laatste dag van onze driedaagse tour door niemandsland staan we erg vroeg op. Om 04.11 uur wordt er op onze kamerdeur geklopt en rond 05.00 uur vertrekt de jeep richting het zuiden. Het is enorm koud die ochtend, zelfs in de auto. Mijn dunne schoenzolen, die zijn berekend op een warme Nederlandse zomer, geven alle koude van de bodemplaat van de auto moeiteloos door aan mijn voeten. Het duurt dan ook niet lang of het gevoel in mijn voeten begint zorgwekkend af te nemen.
Ook vandaag moeten we weer behoorlijke afstanden afleggen, nog wel meer dan gisteren. We rijden tot 07.00 uur voordat we voor het eerst stoppen. We stappen uit en zien dat we in een landschap van stoom zijn uitgekomen. Op deze plek, waar vele geisers, mudpods en fumarolls het licht zien, lijkt het wel alsof de aarde zijn kookpunt heeft bereikt. Het borrelt en pruttelt om ons heen en een lucht van rotte eieren bereikt onze neuzen. Mijn herinneringen aan Yellowstone National Park (USA) en Thermal Wonderland (Nieuw Zealand) komen weer naar boven. Dit is één van die weinig plekken op aarde dat je echt beseft dat je op een planeet staat met een gloeiendhete binnenkant. Helaas kijgen we van de fysieke warmte van de aarde weinig mee en stappen we na 10 minuutjes alweer dankbaar in de iets warmere auto.
Pas echt opwarmen doen we bij de hotspring waar we rond 08.00 arriveren. In een klein rond bad van natuursteen stroomt water dat door de aarde is opgewarmd. Als ik er nu aan denk wordt ik er weer blij van zo fijn was de overgang van steenkoud naar heerlijk warm. Mijn voeten, die ik al bijna had afgeschreven, tintelen voor een minuutje en voegen zich vervolgens weer bij de rest van mijn lichaam. We zijn vandaag trouwens de eerste groep toeristen die het bad ingaan. Bij aankomst zaten er wel een aantal mensen pootje te baden, maar zich in de kou uitkleden en in zwempak het water induiken vonden ze net iets te ver gaan. Nu ze ons zien genieten kijken ze elkaar wat bedenkelijk aan, ik wed dat ze spijt hebben dat ze hun badpak niet hebben aagetrokken. We blijven zeker 20 minuten in het warme water zitten, dat overigens prachtig uitzicht heeft op het aangrenzende meer. Qua temperatuurervaring staat dit bad echt op nummer één in 2012, misschien wel ooit. Iedereen in het bad is transformeerd van chagrijnig door de kou tot vreugdevol door de warmte; het is een feest!
Tijdens ons badderuurtje heeft de gids een ontbijt van pannenkoeken klaargezet en we schuiven al aangekleed aan. Dan rijden we weer een flink stuk tot aan het laatste en meest zuidelijk gelegen punt op onze route; The Green Lagoon. Het water, dat normaal gesproken groen hoort te zijn, kleurt bij ons niet veel anders dan een gemiddeld meertje. De algen die verantwoordelijk zouden moeten zijn voor de groene kleur van het water worden pas geactiveerd door flinke wind en zonneschijn en die zijn nog niet genoeg aanwezig op het moment dat we het meer bezoeken. Wel wordt de tegenoverliggende berg door het gebrek aan wind prachtig in het water gereflecteerd. Het is een waardig eind van onze tour, we maken daarom nog snel een paar groepsfoto’s voordat we weer terugkeren naar Uyuni.
De terugweg naar Uyuni bestaat uit een rit van 7 uur in de jeep. We stoppen onderweg nog bij The Red Lake voor een lunch, bij een riviertje voor een nodige rustpauze en bij San Christobal om een kerkje te bewonderen. Het dorpje San Christobal heeft een bijzondere geschiedenis. Toen er in 1998 zilver werd gevonden op de plek waar het dorpje zich toen bevond werd San Christobal geheel opnieuw opgebouwd op een plek 17 kilometer van de toekomstige zilvermijn af. De zilvermijn zou de veiligheid van de bijna 350 inwoners van het dorp in gevaar kunnen brengen en daarom werd besloten de inwoners een nieuw thuis te geven. De huizen werden daarbij verlaten achter gelaten en het kerkje werd vanwege zijn religieuze waarde in zijn geheel afgebroken en weer opnieuw opgebouwd in het nieuwe dorp. Dat kerkje bezoeken we dus vandaag, het kerkje dat symbool staat voor de succesvolle verplaatsing van het dorp. De inwoners van San Christobal zijn er wel op vooruit gegaan omdat na de verplaatsing vele voorzieningen aan het dorp zijn toegevoegd, zoals een school en een markthal. Voor ons is het leuk om er even te zijn geweest, maar niet meer dan dat. Het dorpje staat vol met souvernirwinkeltjes en is te nieuw om echt interessante straten of steegjes te hebben.
Wanneer we terugkeren in Uyuni, nemen we afscheid van de vier leuke groepsgenoten die we de afgelopen dagen beter hebben leren kennen en van onze goede gids, die alles wist te vertellen over de omgeving en goed engels sprak. We eten pizza en keren terug naar het hotel waar we drie dagen geleden ook geslapen hebben. Om 02.50 uur vannacht zal onze trein richting Villazon vertrekken en we hopen tussen 21.00 en 02.00 nog even wat uurtjes te kunnen slapen. Het laatste dat ik in Uyuni doe is kort mijn mail checken in een internetcafe om te kijken of er nog vorderingen zijn wat betreft de USB-stick die ik vergat in Sucre. In Potosi hebben Jeroen en ik namelijk een meisje uit Sao Paolo ontmoet (Danyelle) die toevallig op weg was naar Sucre. Ik heb haar gevraagd om naar het hostel te gaan waarin we sliepen en te vragen naar mijn USB-stick. Dat heeft ze gedaan en warempel, ze hebben mijn stick gevonden en aan haar meegegeven! Een groot geluk dus, nu kan ik als het goed is in januari of februari volgend jaar mijn USB-stick ophalen in Sao Paolo, Brazilië. Het blijft ongelooflijk hoe ik op mijn reis steeds weer dingen krijtraak en ze terug blijf vinden.
Damn, echt supervet allemaal. Ook zo ontzettend herkenbaar trouwens. Heerlijk dat ook iedereen dezelfde foto’s maakt en dezelfde plekken bezoekt. Ik zie toch wel dat met een kleiner budget dan dat Suus en ik toen hadden, je toch dezelfde dingen doet. Goed bezig 🙂
Nu weet ik ook eindelijk wat er nu zo bijzonder was aan dat kerkje. Want met onze beperkte hoeveelheid kennis van de spaanse taal, wist onze gids dat niet duidelijk te maken…
Geniet ervan!