Vandaag vindt de werkelijke wisseling van de wacht plaats; Ik neem afscheid van Jeroen en vertrek met Leo richting het zuiden. Om 09.00 uur zitten Jeroen en ik aan het ontbijt in het hostel en om 09.30 uur stappen we de metro in richting het vliegveld. Gelukkig zitten we net na de ochtendspits en is het goed te doen met een grote backpack onder de grond. Ik zet Jeroen af bij de bus die hem verder naar het vliegveld zal brengen en zeg mijn goede vriend gedag. We hebben samen mooie dingen meegemaakt de afgelopen tijd. Als ik terugdenk dan zijn de hoogtepunten vooral de jungle en de zoutvlaktes in Bolivia. Hoewel, ons avontuur in Peru mocht er ook wezen; Machu Picchu, de condors, de rieten eilanden, de dodentorens, de thermale baden… En dan vergeet ik nog bijna de Deathroad in Bolivia en ons avontuur in de zilvermijnen van Potosi. Nou ja, te veel om op te noemen eigenlijk, gelukkig heb ik het allemaal opgeschreven.

—-

In het kleine uurtje dat er zit tussen het afscheid met Jeroen en het bereiken van het hotel van Leo voel ik letterlijk even de omschakeling. Ik ben weer alleen, helemaal alleen, zoals ik was in Ecuador en Peru. Het is toch wel weer een bijzonder gevoel om zo alleen in de Santiaagse (?) metro te zitten tussen de locals. Hoewel het met z’n tweëen gezellig is, is het alleen reizen wel uitdagender en geeft het op de een of andere manier een extra spanning. Misschien is het wel het besef dat je jezelf alleen kunt redden en niemand nodig hebt om te je aan vast te houden. Maar ik kijk ernaar uit om de komende vier weken samen met mijn vader het zuiden op te zoeken hoor, we gaan ongetwijfeld weer veel fantastische dingen meemaken. En in de wildernis is het vaak leuker en handiger met z’n tweëen, al is het alleen al omdat je anders wel erg eenzaam wordt.

—-

We slaan onze spullen op in het hotel van mijn vader (hij moest immers uitchecken en heeft nu geen kamer meer) en bezoeken het nationaal historisch museum van Chili. De collectie is best indrukwekkend, maar we missen een beetje de context waarin we de vele historische figuren moeten plaatsen. Er is niet veel informatie bij wat we zien en de informatie die er is is in het Spaans. Dat is natuurlijk erg leerzaam, maar je krijgt nooit echt precies mee wat er nu eigenlijk bedoeld wordt en dat is jammer.

Op onze laatste middag in Santiago struinen we een beetje door de straten van de binnenstad en eten ergens een pizza als avondeten. Er gebeurt ook nog iets tragisch; De hoed die ik in Cusco heb gekocht en die me zo goed heeft beschermd de afgelopen tijd raakt kwijt. Ik ging ergens op een bankje zitten, legde mijn hoed neer, zette er vervolgens mijn tas bovenop en vergat een half uur later dat hij nog onder mijn tas lag. We lopen tevergeefs terug naar het bankje, maar een gelukkige zwerver heeft zijn slag al geslagen. Je kunt het zien als een stukje liefdadigheid; de één stopt geld in een collectebus en ik geef hoeden aan zwervers, óf je kunt het zien als een symbolisch verlies; Jeroen vertrekt en mijn hoed vertrekt ook omdat die hoort bij het vorige deel van mijn reis. Ik zie het vooral als stomme onoplettendheid en vervloek mezelf voor de zoveelste keer dat ik weer iets ben kwijtgeraakt. Kennelijk krijg ik het gewoon niet voor elkaar om mijn spullen bij elkaar te houden, een beangstigende gedachte voor het tweede deel van mijn reis. Waar is mijn oplettende vriendinnetje die het altijd door heeft wanneer ik iets vergeet? Die zie ik over 49 dagen pas weer in Buenos Aires dus tot die tijd wordt het overleven in deze jungle.

We halen onze bagage op bij het hotel en vertrekken per metro naar het busstation waar om 23.05 onze bus zal vertrekken. Het is grappig hoe we zuchtend en steunend door de stad heen strompelen, mijn vader omdat hij last heeft van blaren en weer eens veel te veel spullen heeft meegenomen, ik omdat ik verga van de spierpijn in mijn bovenbenen na het bergrennen van eergisteren. Vooral de trappen die we tegenkomen moet ik echt met behulp van de leuning afdalen, het is alsof ik een opa ben. Gelukkig halen we het levend tot aan het busstation en kunnen we op ons gemak 2 uur wachten. Om 23.10 vertrekken we richting Pucon, op weg naar een volgend avontuur.

One Thought on “Dag 106: Wisseling van de wacht

  1. Jeroen on 09/11/2012 at 12:14 said:

    Sander, ik heb genoten van onze reis samen. We hebben een hoop mooie dingen gezien en meegemaakt. Het kost je iedere keer toch behoorlijk wat tijd om de blog constant bij te werken, maar het resultaat mag er iedere keer toch weer zijn. Prachtige verhalen rijkelijk geïllustreerd met foto’s. Oa mijn ouders keken iedere keer weer uit naar de volgende blogjes. Ik weet ook zeker dat ze je blog zullen blijven volgen, ze zijn gecharmeerd van je schrijfwijze. Ik ben benieuwd naar de avonturen die Leo en jij zullen beleven.

    Groeten,
    Jeroen

    ps. De laatste dagen dat ik bij jullie was, liep je vader echt veel beter dan jij Sander. Ik hoop dat je spierpijn inmiddels weg is.

Post Navigation