De nachtbus van Santiago naar Pucon is een beetje krap, maar we slapen redelijk en komen gezond en wel aan in een klein toeristendorpje. Onderweg zagen we al een landschap dat veel lijkt op de Belgische ardennen en nu zijn we beland in een Zwitsers dorpje met houten huisjes, aan de rand van een groot meer. Het glooiende landschap lijkt dus erg op dat in sommige delen van Europa, met één groot verschil: De vulkaan Villarrica. Al bij het benaderen van het dorpje steekt deze gigantische besneeuwde driehoek boven alles en iedereen uit, echt een spectaculaire eyecatcher. Wanneer we vanaf de busterminal naar ons hostel lopen, zien we de vulkaan vanaf elke straathoek. Het is me al duidelijk; leuk al die houten Zwitserse huisjes, het grote meer en de gele bloemen in dit dorpje, maar dat is allemaal slechts bijzaak. Het gaat hier maar om één ding; de rokende vulkaan, die als heer en meester over alles en iedereen uitkijkt. Al vanaf moment één is er diep in mij een klein duivelachtig stemmetje dat zegt: Die vulkaan zal beklommen worden!
We betrekken onze gereserveerde kamer in een klein houten huisje, formaat Centerparks. Het huisje is voorzien van keukentje, houtkachel en zithoek met zo’n aparte zoete caravangeur, die je enerzijds een intens en heerlijk vakantiegevoel geeft, maar anderzijds bijna doet kosten. We delen het huisje met twee Fransen (wat ons overigens nog meer het gevoel geeft dat we op vakantie zijn, echter in een ander land), maar omdat we die weinig zien lijkt het alsof we het rijk voor ons alleen hebben. We koken die avond zelf; bloemkool met aardappelen en een goed stuk vlees. Wat is dat toch genieten na al die rijst, empanada’s, lomo saltado en andere Zuid-Amerikaanse grootheden; er gaat echt weinig boven een lekker warm Hollands gerecht!
We slapen goed in het huisje, heerlijk zelfs. Toen we gisteren aankwamen was het erg zonnig, maar tegen de avond koelde het snel af. De houtkachel deed zijn werk, net als het vijftal warme dekens op ons bed. Het lijkt alsof het warme gedeelte van mijn reis er voorlopig op zit en dat we kennis hebben gemaakt met het koude zuiden. Het regent vandaag de hele dag en doordat we geen zon zien is het behoorlijk fris. Het echt zo’n dag waarop je vanuit je luie warme stoel naar de regendruppels op het raam kijkt en denkt: “ik blijf maar eens binnen bij de kachel”. Dat doen we dan ook, de hele dag blijven we lekker binnen. Ik werk mijn website bij, beantwoord emails en lees over de omgeving. In de avond lopen we, bewapend met paraplu en regenkleding richting het centrum om te internetten en te eten. Na lang zoeken vinden we een Italiaans restaurant met wifi en zeker 2 uur lang leven we ons uit. Onder het genot van een goed bord lasagna post ik al mijn achterstallige verhalen op mijn website; waar een regenachtige dag al niet goed voor is. Bij een Italiaanse maaltijd hoort natuurlijk een Italiaans ijsje. Op weg naar huis verdubbelen we de dagomzet van de plaatselijke Italiaanse ijssalon. Daar lopen we dan, in de Puconse regen, met een lekker koud Italiaans ijsje in de hand; wie had dat 500 jaar geleden kunnen denken. Morgen maar eens verder kijken hoe we de komende dagen precies gaan invullen.