Op papier is vandaag de zwaarste dag van onze trekking. Via een grillig pad zullen we ongeveer 400 meter stijgen, om vervolgens weer 150 meter te dalen. En het punt is dat we met volle bepakking lopen, niet zomaar een dagrugzakje dus. Volgens de kaart zou de wandeling zo’n 6 uur moeten duren, maar na eergisteren weet ik dat dat weleens een stukje langer kan gaan worden.

We staan rond 08.00 uur op en pakken alles in. Leo moet weer passen en meten met zijn bagage en moet zijn rugzak opnieuw organiseren (toen hij voor het eerst opstond met zijn rugzak torende die ongeveer 50 cm boven hem uit en viel hij bijna om!). Het is komisch maar tegelijkertijd sneu om hem zo te zien worstelen met zijn kilo’s. Hij moet zelfs gaan zitten of ik moet hem helpen bij het aantrekken, anders krijgt hij zijn backpack niet op zijn rug. Ik bied nog aan om iets voor hem te dragen maar dat wil hij natuurlijk niet, koppig zoals altijd. Uiteindelijk heeft hij alles op zijn rug en kunnen we vertrekken. Ik koop nog een brood bij de refuge (8 euro, het duurste brood dat ik ooit heb gekocht) en rond 09.30 uur gaan we op pad.

Het wandelen gaat best aardig, qua helling valt het allemaal wel mee en vooral de lange duur van de klim is wat het zwaar zal maken vandaag. Ik loop telkens een stuk voor Leo uit omdat ik veel sneller ga en wacht dan op een steen totdat hij weer de hoek om komt. Na steile stukken zit ik soms wel 5 minuten te wachten, bij vlakke stukken is het veel minder. Het gaat dus gestaag, maar het gaat. Het uitzicht onderweg is minstens zo mooi als dat van de afgelopen dagen, dus het is voor mij niet erg om af en toe te moeten wachten. Ik kan een beetje om me heen kijken en genieten van wat ik zie. Onderweg komen we veel andere wandelaars tegen, het is wel duidelijk dat dit één van de meest bekende wandelroutes van Zuid-Amerika is. We zien overigens vooral jongeren met backpacks, de ouderen die we zien zijn op één hand te tellen en dragen slechts een beschaafde dagrugzak (en natuurlijk de beruchte matalen stokken). Leo is een unieke verschijning in deze contreien, ik denk niet dat er een andere zestiger op pad is met zoveel kilo’s op zijn rug.

Na een uurtje of 5 lopen begint het pad iets sterker te stijgen en krijgen we het iets zwaarder. Niet alleen Leo voelt zijn bovenbenen, na de flinke wandeling van gisteren moet ik ook af en toe rusten. De klim is pittig maar uiteindelijk goed te doen voor mij. Leo is blij wanneer hij boven komt, hij heeft het wel een beetje gehad met lopen vandaag. Na 7 uur lopen kunnen we vanuit het hoogste punt op de wandeling de refuge zien waar onze camping zich bevindt. Daar in de verte in het dal ligt onze thuishaven op ons te wachten. Er is een enorme wind op het laatste stuk van onze route en we moeten uitkijken dat we niet omver worden geblazen. Het rotsachtige pad loopt aan één kant redelijk steil af richting een grote rivier die in het dal ver beneden ons stroomt; daar wil je niet in vallen. We komen ook nog een aantal toeristen te paard tegen, die de dieren over onmogelijke bergweggetjes leiden. Echt niet te geloven dat er mensen zijn die dat leuk vinden, op de rug van een paard over een steil rotsachtig pad langs een afgrond rijden. Het moet je hobby maar zijn (sorry Renee, dat is dus echt een stapje te ver voor deze jongen!). Ik heb op de een of andere manier gewoon het rare idee in mijn hoofd dat een paard op een vlak stuk gras thuis hoort tussen de bloemetjes en niet in de bergen, maar wellicht kunnen de beesten dat prima aan, ik heb geen idee.

We komen rond 17.00 uur aan bij de camping, waar we onze tent weer op een plateautje zetten. Het was een lange en vermoeiende dag, maar we hebben het weer gered. Gelukkig was het weer prima; af en toe een paar flinke windstoten, maar het was verder licht bewolkt of zonnig. We drinken weer een kop warme chocolademelk en komen in de windstille en warme refuge bij van ons avontuur. Voordat we vroeg gaan slapen eten we een blik ravioli op saus en een blik perziken toe, een heerlijke maaltijd na zo’n dag wandelen.

Comments are closed.

Post Navigation