Het is alweer de laatste dag dat Leo in Zuid-Amerika is, wat gaat de tijd toch snel (vooral als die achter ons ligt). Om onze dag invulling te geven bezoeken we het Maritiem museum van Ushuaia, een groot museum dat is ondergebracht in de oude gevangenis van het zeestadje. Dat het museum groot is merken we al in de eerste ruimte die we binnen gaan; op de plattegrond is te zien dat we ons in slechts een klein zijvleugeltje begeven, maar wanneer we door een gordijn naar binnen stappen, krijgen we een grote hoeveelheid aan informatie over de lokale geschiedenis van de scheepvaart over ons heen. We zien een model van het Nederlandse schip “de Eendracht” (het verhaal van het nabijgelegen Kaaphoorn), maar ook van bijvoorbeeld “the Beagle” (het verhaal van Charles Darwin en Beagle Channel). Er is ook veel tekstuele informatie over alles wat we zien en het duurt zeker een uur voordat we de eerste ruimte gezien hebben (ongeveer 5% van het gehele museum). Het is dan alweer 14.00 uur en we besluiten het museum weer te verlaten om op zoek te gaan naar een restaurant; We’ll be back!
Het centrum van Ushuaia bestaat uit een lange hoofdstraat waaraan allerlei winkeltjes en restaurants liggen. Het stadje ligt tegen een redelijk steile berghelling aan waardoor de straten haaks op de hoofdweg flink hellen. Eén straat lager dan de hoofdstraat, paralel eraan, loopt een soort boulevard langs het water en de haven. Alles in dit stadje bevindt zich op loopafstand, erg handig en het scheelt een hoop gedoe met bussen of taxi’s. We vinden een leuk restaurantje en vullen onze magen, om vervolgens weer terug te keren naar het museum.
Na het maritieme gedeelte waar we begonnen volgt de eigenlijke gevangenis, die is omgebouwd tot museumruimte. In elke cel hangen borden met verhalen en foto’s uit de oude gevangenis die hier tot in het begin van de 20e eeuw werd gebruikt. Ushuaia gold toen als een soort Australië; een perfecte locatie om ongewenste criminelen uit Europa naartoe te verschepen en gevangen te zetten. De gevangen hadden geen kans op ontsnapping, want wie weg wist te komen had alsnog een boot nodig om te ontsnappen (de bergen in vluchten betekende verhongering). Een soort Alcatraz dus, maar dan zuidelijker. Ik probeer alle verhalen te lezen en dat lukt me uiteindelijk wonderlijk genoeg, het zijn er namelijk echt veel. Het is best aangrijpend om te lezen hoe de gevangenen hier in minimale kleding door de kou moesten banjeren, helemaal afgelegen van alles en iedereen in Europa. Ik heb het al koud met mijn jas aan en sjaal om, het is natuurlijk maar wat je gewend bent. De gevangenis lijkt niet alleen qua concept op Alcatraz maar ook letterlijk. De gangen met celdeuren komen aardig overeen met wat ik in San Fransisco zag. Er is zelfs nog een gang te zien in originele staat, een stuk sfeervoller (als je het zo mag noemen…) dan de opgewerkte museumgang die we daarvóór zagen.
Genoeg over het museum, het is enorm en ik kan onmogelijk alles samenvatten wat ik binnen allemaal gelezen heb, dus ik begin er maar niet aan. Vermoeid na de stortvloed aan informatie schuiven we even later aan bij een groot dinerbuffet voor het laatste Zuid-Amerikaanse avondmaal van Leo. We zitten in een soort van Chinees restaurant met een typisch Patagonisch gerecht: Parrillada. Parrillada bestaat uit allerlei soorten vlees die op ambachtelijke wijze gebakken worden. Voor 17 euro p.p. mogen we zoveel vlees bij de chef gaan halen als we op kunnen. Vooral het lamsvlees is populair en wordt op grote spitten boven een vuur gegaard. Het lijkt de middeleeuwen wel hier. Ook de saladebar staat onbeperkt tot onze beschikking (die hadden ze dan weer niet in de middeleeuwen denk ik), een geweldige schranspartij ligt voor de hand. We houden het echter beschaafd; drie keer lopen is voldoende om ons te verzadigen. Een mooi afscheid dus van Patagonië, in elk geval op culinair gebied.