Na mijn ochtendritueel loop ik naar het busstation en koop een kaartje naar Mar del Plata voor morgen. Ik had eerst het plan om een week in Bahia Blanca te blijven en dan naar Buenos Aires te gaan, maar het is erg warm en ik heb behoefte aan zee. Ik vind Bahia Blanca een uitdagend stadje, maar wil ook niet te lang blijven hangen, dan ga ik over het hoogtepunt heen en wordt het misschien een afknapper. Vandaag dus nog een volle dag genieten en dan morgen weer verder.
Op de plattegrond van de stad zag ik gisteren het woord Zoologico (dierentuin) staan en ik ben altijd benieuwd hoe aan die term invulling wordt gegeven. Vanaf het busstation loop ik daarom naar de dierentuin, zeker 30 minuten verderop. Ik kom door buitenwijken heen en een straat waar schoolkinderen met een laptop op straat zitten, geen echte armoede dus hier. Ik zie ook een hoop oudere vrouwen op straat, met grote boodschappentassen of een hondje. Dat maakt dat ik me veilig voel in deze stad, ook al draagt de fysieke staat van de bebouwing daar niet echt aan bij. De vervallen huizen en winkels zijn een prima décor voor kansarme jongeren op scooters of drugsverslaafden die lekker in een vies hoekje willen liggen. Maar gelukkig dus niets van dat alles, gek genoeg leven hier fatsoenlijke mensen met een laptop of hondje. Ik kom zelfs nog bij een idyllisch pleintje met palmbomen, waar mensen ontspannen op bankjes zitten. Wat een leven is dit, hier staat de tijd bijna stil.
Het park waarin de dierentuin zich bevindt bestaat uit een groot terrein zonder enige vorm van afrastering. Ik zie nergens mensen en vraag me af of het wel veilig is om het park in te gaan, wie weet kom je dan net die ene gek tegen die op je geld uit is. Ik besluit toch maar voor het avontuur te kiezen en gewoon door te lopen. De wegen in het park zijn een beetje vervallen en het lijkt alsof hier al jaren niemand meer is geweest. Ik heb een déja-vu, dat wat ik bij aankomst voelde, voel ik nu weer; totale verlatenheid. In de verte zie ik een aantal kooien en ga er maar vanuit dat dat dan de dierentuin wel zal zijn. Ik vrees het ergste; als hier daadwerkelijk dieren zitten dan zullen die het niet best hebben zonder enige vorm van verzorging. Ik verwacht wat vogels en wellicht een schaap of een hert, maar wat ik zie overtreft al mijn verwachtingen. In de vervallen kooien, die overigens wel redelijk ruim en niet vies zijn, zie ik ganzen, schapen, apen, antilopes, herten, paarden, nandoe’s, guanaco’s, condors, bevers, puma’s en zelfs leeuwen. Een bijzonder grote diversiteit aan dieren dus, helemaal als je bedenkt dat ik hier echt helemaal alleen rondloop. Er is in geen velden of wegen iemand te bekennen, noch bezoekers, noch verzorgers. Mijn bezoek krijgt een hele eigenaardige lading door de afwezigheid van die mensen, maar stiekem vind ik het wel fijn. Ik kan rustig alle dieren bekijken zonder dat er schreeuwende kinderen voor me langs rennen, of vervelende Israëlieten met hun camera in mijn beeld staan. De dieren zien er goed uit en hebben allen voldoende water, eten en schaduw. Ik heb bij alle kooien echter hetzelfde gevoel dat ik altijd heb bij dierentuinen; dieren horen gewoon niet in een kooi te zitten! Het gaat hier echter om dieren die zijn gered uit rare huisdiersituaties, dus het is ergens nog een goede zaak dat ze dit leven kunnen leiden. Bij de apen maak ik contact met een harige zwarte verschijning die me van achter het gaas aankijkt. Ik kijk even in de ogen van de aap en loop dan om de kooi heen naar de andere kant. De aap volgt me door de kooi heen en gaat aan de andere kant weer recht voor mijn neus aan het gaas hangen; ik geloof dat er iemand aandacht nodig heeft… Ik loop weer terug naar waar ik eerst stond en de aap volgt me weer terug. Dit kunstje herhaal ik een keer of drie en de aap blijft me steeds volgen. Best leuk zo’n moment van interactie, zowel voor hem als voor mij. Ik voel aan de vingers van de aap die door de tralies steken, het zijn echt net mensenvingertjes. Ik heb eigenlijk nog nooit een aap aangeraakt bedenk ik me op dat moment, best een bijzonder moment dat ik niet snel zal vergeten. Het voelt alsof ik in slechts 5 minuten tijd vrienden heb gemaakt, een trouwe en goede vriend. Ik laat de aap maar weer snel achter op zijn plankje, voordat hij zich te erg aan me gaat hechten of ik me aan hem. Toch jammer dat hij daar in een kooitje moet zitten, maar ik heb ook niet echt een alternatief.
Ik loop terug via het treinstation waar ik gisteren ook al in de buurt was. Van voren is het hoofdgebouw nog statiger dan ik al had verwacht, wat raar dat er nu bijna niets meer gebeurt hier in dit monumentale gebouw. Samen met een nieuwe kamergenoot uit Engeland loop ik vervolgens een laatste ronde door Bahia Blanca. Ik weet eerlijk gezegd zijn naam niet eens maar de Engelsman rijdt per motor door Zuid-Amerika heen. Hij heeft al 12000 kilometer gereden, op een motor die hij gekocht heeft in Chili. Wat een leven zo in je eentje op de motor door onbekende gebieden. Aan zijn verhalen te horen maakt hij echter genoeg leuks mee. Samen eten we een hamburger in het centrum en spreken we over alles dat met reizen te maken heeft. Later bezoek ik in mijn eentje nog voor de laatste keer het centrum. Ik blijf weer een hele tijd op het centrale plein zitten en voel me bijna één van de locals. Zeker wanneer een oud stel me vraagt of ze naast me op het bankje mogen zitten en ik ze in mijn beste Spaans zeg dat dat natuurlijk geen enkel probleem is. Toch maar goed dat ik in Montanita die cursus heb gevolgd, daardoor kan ik mezelf nu lekker als local voordoen.
“Even is daar het contact” … tussen twee verre familieleden!
Wat ‘n bijzondere dierentuin en wat ‘n bijzondere bezoeker …!