Eindelijk lukt het ons om eens wat vroeger op pad te gaan. Nog steeds niet heel vroeg, maar we zitten om 09.30 uur in de bus naar Argentinië en dat is voor ons een hele prestatie. Voor de derde keer op onze reis steken we de grens tussen Brazilië en één van zijn buurlanden over en weer is het bij de grens een heel gedoe met stempels. De buschauffeur van de lijnbus zet ons af bij de douaniers in Brazilië voor onze exit-stempel (nadat we dat nadrukkelijk vroegen, anders was hij zomaar doorgereden) en rijdt vervolgens meteen verder. Daar staan we dan vijf minuten later, met onze exit-stempel op zak in the middle of nowhere. Vanaf hier naar de grenspost van Argentinië lopen is volgens een medewerkster te ver en gevaarlijk, dus er zit niets anders op dan maar weer wachten op een volgende bus. Wat raar dat de lijnbus niet even wacht totdat je een stempel hebt, het duurde maar een paar minuten om hem te halen. Ruim een half uur later gaan we met de volgende bus mee en bij de grenspost van Argentinië, die inderdaad een heel eind verderop ligt, wacht deze chauffeur wel totdat we onze stempel hebben. Zo doen we er uiteindelijk toch zo’n anderhalf uur over om vanaf ons hostel op het busstation in Puerto Iguacu aan te komen, de Argentijnse versie van het dorpje Foz do Iguacu. Vanaf het busstation is het nog 45 minuten naar de watervallen, een busrit die moet worden betaald met Argentijnse pesos, net als de entree van het park dat we vandaag gaan bezoeken. Op aanraden van de buschauffeur wisselen we bij hem 80 reais voor 200 pesos, een redelijke koers geloof ik en er zijn volgens hem de rest van de dag geen pinautomaten meer op onze route.
Wanneer we bij het nationale park aankomen blijkt dat de buschauffeur ons het juiste advies heeft gegeven, want er is nergens een pinautomaat te bekennen en de bustickets plus de entree kosten precies 198 pesos per persoon. De beste man zal wel vaker toeristen in zijn bus hebben gehad en weet natuurlijk van wanten. Voor de bus naar het park betalen we overigens 10 euro per persoon, een astronomisch hoog bedrag als je het vergelijkt met mijn overige ritten in Zuid-Amerika (gemiddeld 3 á 4 euro per uur). Er komen hier hordes toeristen en die betalen toch wel dat is de gedachtegang hier, dat is wel duidelijk. Het is achteraf voordeliger om met een georganiseerde dagtrip vanuit Foz do Iguacu te gaan, je betaalt dan 5 euro meer, maar hebt dan wel meer tijd bij de watervallen. Maar ja, zoals profeet Theo Maassen ons al gezegd heeft: “Achteraf? Tja, achteraf is het mooi wonen!”.
Het park waarin het Argentijnse deel van de watervallen liggen (zo’n 80% van de watervallen) is aanzienlijk groter dan dat in Brazilië. We komen er na binnenkomst (rond 12.30 uur) al meteen achter dat we er flink de pas in moeten gaan zetten willen we alles zien vandaag. Onze tocht begint met een korte wandeling van tien minuten en een treinritje door de jungle. Het treintje is een kleinere versie van die in de Efteling en brengt toeristen naar een afgelegen uitkijkpunt in het park. Dat afgelegen uitkijkpunt is het platform waar we twee dagen geleden de vermeende verdwaalde Japanners zagen staan, de plek van waaraf je zo de indrukwekkende Garganta del Diablo inkijkt. Vanaf eergisteren kijk ik al uit naar dit moment, het moment waarop we slechts enkele meters van de meest imposante watervallen af zullen staan. Via een lange loopbrug, begeleid door de brede kalme rivier onder ons met hier en daar flinke vissen, komen we uiteindelijk bij het uitkijkpunt der uitkijkpunten. Onder permanent gedonder valt er een extreme hoeveelheid water naar beneden in de hoefijzervormige rotspartij onder ons. Het gat waarin het water verdwijnt is zo breed dat het water aan de overkant bijna als in slow-motion naar beneden lijkt te vallen. Dit is met stip de grootste en meest indrukwekkende waterval die ik ooit in mijn leven heb gezien. Waar het vanaf de Braziliaanse zijde in de verte al spectaculair was om de Garganta del Diablo te zien, is het hier bijna onrealistisch zo enorm. Het is even flink dringen, want er staan letterlijk honderden mensen om dit natuurgeweld te aanschouwen, maar dan staan we op een plekje vooraan dat ik maar moeilijk af kan geven. Bijna machteloos probeer ik alles op zowel stil als bewegend beeld vast te leggen, maar het is eigenlijk tevergeefs, want vanuit een luie stoel in een Nederlandse huiskamer komt dit echt niet over zoals het hier is. Gletsjer Perito Moreno heeft in elk geval zijn grote concurrent gevonden hier in Zuid-Amerika als je het mij vraagt, hetzelfde gevoel van onbeschrijfelijke impact ervaar ik hier weer. We blijven zeker 30 minuten staan bij het hek, mijn ogen kunnen maar niet genoeg krijgen van het spektakel dat ze zien. En ik maar denken dat ik de watervallen eigenlijk wel goed genoeg had gezien vanaf de Braziliaanse zijde! In de verte zien we het Braziliaanse uitkijkpunt waar we eerder stonden als een klein miezerig puntje in de mist, een leuk stukje voorpret, maar dit vandaag is toch wel het echte werk. Wat een voorrecht om dit mee te mogen maken, ik zou er bijna speciaal voor naar Zuid-Amerika zijn gevlogen als ik had geweten dat het zo indrukwekkend was.
Met tegenzin verlaten we het uitkijkpunt, ik zou er met gemak een dag doorbrengen maar wellicht zijn er nog meer van deze wonderen in het park en die willen we zeker niet missen. Na een kleine lunch en een terugrit in het volle treintje (wat is het toch druk hier overal!) lopen we via the lower circuit naar een haventje. Onderweg komen we nog wat mooie watervallen tegen die ik normaal gesproken zeer indrukwekkend zou vinden maar die nu niet veel meer opleveren dan een paar foto’s die ik vanuit een onbewuste reflex maak. We komen er in de buurt van het haventje achter dat de laatste boot om 15.15 uur naar het eiland vertrekt, waar je een rondwandeling langs een paar watervallen kunt maken. Helaas is het al 15.30 uur en zijn we dus net te laat. Vooral Renee is erg teleurgesteld niet alleen omdat we nu een andere flinke waterval niet van dichtbij kunnen zien, maar ook omdat we niet meer kunnen zwemmen (dat kan aan de overkant) en het is behoorlijk warm. Ons alternatief is de brede rotswand met watervallen die we eerder vanaf de Braziliaanse zijde zagen. Wat in de verte op kleine witte streepjes leek is van dichtbij behoorlijk spektaculair. Natuurlijk overtreft dit niet de Garganta del Diablo, maar omdat we nu van onderaf tegen de watervallen aankijken is het toch wel bijzonder om te zien. Er is ook meer begoeïng in en om de watervallen waardoor de omgeving een ander karakter krijgt. Omdat we niet heel veel tijd meer hebben om rond te lopen in het park (de laatste bus terug naar Brazilië gaat alweer om 18.00 uur) lopen we nog snel even bovenlangs de muur van watervallen die we eerder van onderaf zagen en gaan dan weer richting de ingang van het park. Ook bij de relatief kleinere watervallen is het aardig om het water naar beneden te zien kletteren. We zien ook wat je weleens in tekenfilms ziet, zo’n karakteristiek kabbelend riviertje dat over een randje verdwijnt en dan plots een enorme waterval wordt. Het lijkt allemaal erg rustig en vredig bovenop het plateau, maar voordat je het weet ga je een randje over en lig je beneden. Ik ben stiekem toch wel benieuwd hoeveel Indianen hier in hun bootje verrast zijn door de plotselinge afgrond, de arme stakkers.
We keren terug naar de bus en zien nog wat rare beesten in het park, een soort grote cavia’s die vlakbij de ingang in de rondte grazen. Er waren vandaag weer veel verschillende dieren te zien onderweg, van vlinders tot vissen; het blijft mooi om het jungle-leven te ontdekken. Bij de grenspost in Argentinië, waar we onze exit-stempel halen, wacht de buschauffeur keurig op ons. Even hebben we de hoop dat we nu ook aan de Braziliaanse zijde meteen door kunnen, maar helaas worden we daar weer achtergelaten. Niet echt goed geregeld dus hier in Brazilië, nu moeten we weer een uur wachten op de volgende bus. Gelukkig worden we vergezeld door een grappig klein hondje, dat het fijn vindt als ik hem over zijn buik krab. Ik wil echter geen vlooien of andere ziektes en dus gebruik ik de onderkant van mijn schoenen om de hond te aaien. Het ziet er op de foto een beetje vreemd uit, net alsof ik het arme beest aan het vermorzelen ben, maar hij vindt het heerlijk. Eenmaal terug in Foz genieten we voor een laatste maal van de culinaire hoogstandjes in ons geliefde winkelcentrum. Vanaf morgen zullen we ons weer in de woestenij aan restaurantjes op straat moeten begeven. Nog maar even genieten van deze westerse faciliteiten hier dus, aan het einde van één van de meest memorabele dagen van mijn reis.
Hoi Sander en Renee
Het is nu maandagmiddag en we zitten net als jullie midden in het carnaval.De temperatuur zal wat lager liggen als bij jullie en moeten we het doen met onze lokale schoonheden. Het plezier is er niet minder om.
ik weet niet of je überhaupt nog een berichtje maakt van de afgelopen dagen. Maar nu jullie reis er bijna op zit wil ik mijn grote dank uitspreken voor de verhalen, foto’s die jij met ons gedeeld hebt en ons daarmee als virtuele reisgenoot heb meegenomen naar alle uithoeken van dit fenomenaal continent Zuid Amerika.
Dank , dank en nogmaals DANK
Rob